Actualiteit

Nieuwe derogatiemaatregelen voor het laden van pluimvee vanaf 11 januari

Nieuwe derogatiemaatregelen voor het laden van pluimvee vanaf 11 januari

Door het uitlaadverbod van 27 november ll. dient een bedrijf momenteel leeggehaald te worden binnen de 2 werkdagen die volgen op het eerste laden. Deze verplichting wordt in principe bekeken per pluimveebedrijf, maar door de nieuwe derogatie die het FAVV vandaag toekende aan de sector, kunnen aparte stallen nu ook apart geladen worden. Deze procedure zal in voege treden vanaf volgende week maandag 11 januari.

 

De pluimveehouder dient zijn intentie om de dieren van verschillende stallen gescheiden te laden ten minste een week voor de eerste laadbeweging aan de LCE te melden. Het betreft enkel een verplichte melding, de derogatie vereist m.a.w. geen toestemming van de LCE.

 

Aanvragen van pluimveehouders, die al volgende week willen gebruik maken van de derogatie, kunnen, hoewel ze niet voldoen aan de verplichting om ten minste een week op voorhand te melden, toch aan de LCE gericht worden. In dat geval dient wel gewacht te worden op de expliciete toestemming van de LCE om te laden.

 

Algemene organisatie

 

Een pluimveebedrijf, dat bestaat uit meerdere stallen met elk een eigen beslagnummer en dat zijn slachtkippen per beslagnummer apart wil laden, informeert hierover per mail zijn LCE (pri.xxx@favv-afsca.be, met xxx de afkorting vande betrokken LCE). Deze mail:

 

  • Wordt een keer per ronde overgemaakt, ten minste een week voor de eerste dag van laden;
  • Vermeldt de naam en het adres van het betrokken bedrijf en per beslagnummer de datum van het eerste laden.

Voorwaarden

 

De volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing voor een derogatie:

 

  • Enkel een bedrijf dat gelegen is buiten een restrictiegebied (beschermingsgebied, toezichtsgebied of bufferzone) komt in aanmerking.
  • Enkel braadkippen en andere vleeskippen komen in aanmerking.
  • Alle pluimvee van eenzelfde beslagnummer moeten binnen de 2 werkdagen die volgen op de eerste dag van laden in dat beslagnummer worden weggehaald.
  • Het volledige pluimveebedrijf moet leegkomen en alle stallen moeten behoorlijk gereinigd en ontsmet worden vooraleer nieuwe kuikens naar het bedrijf mogen worden aangevoerd.

De volgende werkwijze is van toepassing op een pluimveebedrijf dat voor een derogatie is aangemeld:

 

  • De pluimveehouder noteert in zijn bezoekregister alle gegevens van de personen (vangploeg, vervoerder, helper, …) en voertuigen (trekker, oplegger, persoonlijke voertuigen, …) betrokken bij het uitladen. Hij noteert daarbij voor elke persoon de naam, de voornaam en de firma (of adres van de persoon indien niet verbonden aan een firma) en voor elk voertuig de nummerplaat of -platen.
  • De pluimveehouder garandeert een correcte toepassing van alle verplichte bioveiligheidsmaatregelen door alle betrokkenen, in het bijzonder op het vlak van het dragen van bedrijfskledij of wegwerpkledij, van het toepassen van hygiënemaatregelen en van de reiniging en ontsmetting van de laadplaats en de voertuigen voor en na het laden. De wielkasten en banden van de heftrucks/loaders en van andere voertuigen moeten worden ontsmet telkens deze de stal ingaan. De houder meldt inbreuken hierop door de vangploegen of andere betrokkenen aan de LCE.
     
  • Het volgende toezicht is van toepassing op het bedrijf:
    • De houder ontbiedt in de periode tussen het eerste laden en het volledig leegkomen van het bedrijf zijn dierenarts telkens er gezondheidsproblemen of afwijkende productieparameters worden vastgesteld bij de resterende dieren.
    • Bij een sterfte in een stal van meer dan 0,25% per dag moeten monsters voor een onderzoek naar vogelgriep worden ingestuurd naar het laboratorium in het kader van de verhoogde waakzaamheid. De dierenarts vermeldt op het analyseaanvraagformulier specifiek dat het om een bedrijf gaat dat van deze derogatie gebruik maakt.
    • De dierenarts meldt binnen de 12h na zijn bezoek zijn bevindingen per mail aan de LCE (pri.xxx@favvafsca.be, met xxx de afkorting van de betrokken LCE).

De volgende regels gelden voor een vangploeg die uitlaadt:

 

  • De vangploeg respecteert strikt alle regels omtrent bioveiligheid. Ze volgt daarbij alle richtlijnen op die de pluimveehouder oplegt.

De volgende regels gelden voor het materiaal dat gebruikt wordt om slachtpluimvee te laden:

 

  • De containers, die bestemd zijn voor het laden van pluimvee, zijn grondig gereinigd en ontsmet alvorens zij op een bedrijf gebruikt worden.
  • Containers, die gestockeerd worden in open lucht, moeten opnieuw worden gereinigd en ontsmet vooraleer ze gebruikt mogen worden op een pluimveebedrijf.
  • Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan de reiniging en ontsmetting van de betrokken voertuigen.

Te vinden in: Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Dierengezondheid